Morgendienst

Op 28 november 2021 om 09:30, spreker: Ds. A. Schroten

Liturgie voor de dienst

waarin

OPENBARE GELOOFSBELIJDENIS

wordt afgelegd door

WIM VAN BRUMMELEN

en

MARGA VAN BRUMMELEN-HARDEMAN

Orgelspel

Binnenkomst van de kerkenraad;
welkom en mededelingen door ouderling J. van de Heetkamp

Zingen: Gezang 112
Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor u open
en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aard’ en hemel zingen,
verkwik mij met uw heil’ge gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen,
o zon van liefde, mijn gemoed!

Vervul, o Heiland, het verlangen,
Waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen,
mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Blijf in uw liefde mij bewaren,
waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

Gelegenheid voor persoonlijk stil gebed

Hulpverwachting en Groet

Zingen: Psalm 95: 1 en 4
Kom, laat ons samen Isrels HEER,
de rotssteen van ons heil, met eer,
met Godgewijde zang ontmoeten.
Laat ons Zijn gunstrijk aangezicht,
met een verheven lofgedicht,
en blijde psalmen, juichend groeten.

Want Hij is onze God, en wij
zijn ’t volk van Zijne heerschappij,
de schapen, die Zijn hand wil weiden.
Zo gij Zijn stem dan heden hoort,
geloof Zijn heil- en troostrijk woord;
verhard u niet, maar laat u leiden.

Gebed

Schriftlezing: Lukas 1: 57-79: de lofzang van Zacharias
57-58 De tijd van Elizabet werd vervuld dat zij baren zou, en zij baarde een
zoon. En haar buren en familieleden hoorden dat de Heere haar grote
barmhartigheid bewezen had, en verheugden zich met haar.
59-60 En het gebeurde op de achtste dag dat zij kwamen om het kind te
besnijden; en ze wilden het Zacharias noemen, naar de naam van zijn
vader, maar zijn moeder antwoordde en zei: ‘Nee, maar hij zal Johannes
heten!”
61-62 En ze zeiden tegen haar: “Er is niemand in uw familie die die naam
draagt”, en zij gebaarden naar zijn vader hoe hij wilde dat het genoemd
zou worden.
63-64 En nadat hij om een schrijftafeltje gevraagd had, schreef hij de
woorden: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen.
En onmiddellijk werd zijn mond geopend en zijn tong losgemaakt;
en hij sprak en loofde God.
65-66 En er kwam vrees over allen die rondom hen woonden, en in heel
het bergland van Judea werd veel over al deze dingen gesproken.
En allen die het hoorden, namen het ter harte en zeiden: “Wat zal er toch
van dit kind worden?” En de hand van de Heere was met hem.
67 En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met de Heilige Geest
en profeteerde:
68 Geprezen zij de Heere, de God van Israël,
want Hij heeft naar Zijn volk omgezien
en er verlossing voor tot stand gebracht.
69 En Hij heeft een hoorn van zaligheid voor ons opgericht
in het huis van David, Zijn knecht,
70 zoals Hij gesproken had bij monde van Zijn heilige profeten,
die er door de eeuwen heen geweest zijn,
71 namelijk verlossing van onze vijanden
en bevrijding uit de hand van allen die ons haten,
72 om barmhartigheid te bewijzen aan onze vaderen
en te denken aan Zijn heilig verbond,
73 de eed die Hij aan Abraham, onze vader, gezworen heeft
om ons te geven,
74 dat wij, verlost uit de hand van onze vijanden,
Hem zouden dienen zonder vrees,
75 in heiligheid en gerechtigheid voor Hem
alle dagen van ons leven.
76 En jij, kind, zult een profeet van de Allerhoogste genoemd
worden, want je zult voor het aangezicht van de Heere uitgaan
om Zijn wegen gereed te maken,
77 en om Zijn volk kennis van de zaligheid te geven
in de vergeving van hun zonden
78 door de innige gevoelens van barmhartigheid van onze God,
waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft,
79 om te verschijnen aan hen die gezeten zijn in duisternis en
schaduw van de dood, en om onze voeten te richten op de weg
van de vrede.

Zingen: Psalm 138: 4
Als ik, omringd door tegenspoed,
bezwijken moet,
schenkt Gij mij leven.
Is ’t, dat mijns vijands gramschap brandt,
Uw rechterhand
zal redding geven.
De HEER is zo getrouw als sterk,
Hij zal Zijn werk
voor mij volen-den,
Verlaat niet wat Uw hand begon,
o Levensbron,
wil bijstand zenden.

Preek: ‘Bewogenheid brengt in beweging’

Zingen: Lofzang van Zacharias : 1, 4 en 5
Lof zij de God van Israël,
de HEER, die aan Zijn erfvolk dacht,
en – door Zijn liefderijk bestel –
verlossing heeft teweeg gebracht;
een hoorn des heils heeft opgerecht;
’t geen Davids huis was toegezegd,
dat wil Hij ons nu schenken,
gelijk Gods trouw, van ’s aardrijks ochtendstond,
door der profeten wijze mond
zich hiertoe aan de vaderen verbond.

Dus wordt des HEEREN volk geleid
door ‘t licht, dat nu ontstoken is,
tot kennis van de zaligheid,
in hunne schuldvergiffenis;
Die nooit in schoner glans verscheen,
dan nu, door Gods barmhartigheên,
Die, met ons lot bewogen,
om ons van zond’ en ongeval t’ ontslaan,
een ster in Jakob op doet gaan,
de zon des heils doet aan de kimmen staan.

Voor elk, die in het duister dwaalt,
verstrekt deez’ zon een helder licht;
dat hem in schâuw des doods bestraalt,
op ’t vredepad zijn voeten richt.

Lezing van het Belijdenisformulier
en het stellen van de persoonlijke vragen

Gemeente van onze Heere, een broeder en een zuster verlangen ernaar
om in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te
leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk; en
daardoor worden toegelaten tot het Heilig Avondmaal.

Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle
volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het Hoofd
is en wij de leden zijn.

In de Heilige Doop werd ons al verzegeld dat God ons in Zijn
genadeverbond wil opnemen. Daardoor werden en worden wij geroepen
om Hem met woord en daad te gaan belijden als Heere en Heiland; en
Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten.

Door het Heilig Avondmaal, waarin Christus ons brood en wijn geeft als
tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, wil
Hij ons telkens opnieuw verbinden tot de waarachtige gemeenschap met
Zichzelf en met elkaar. Zo verzekeren de sacramenten ons van de roeping
van God en van de eenheid met Christus; en sterken ze ons in onze
belijdenis, omdat het God Zelf is, die ons samenbindt.

De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en naar uw
kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen
toegestemd.

Daarom verzoek ik u, die belijdenis van het geloof wilt afleggen, in
dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met
de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen:

Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, de
Schepper van de hemel en van de aarde, en in Jezus Christus, Zijn
eniggeboren Zoon, onze Heere, en in de Heilige Geest?

Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lidmaat van de gemeente (die
God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft), door Zijn
genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in
leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te
arbeiden in Zijn Koninkrijk?

Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de algemene christelijke kerk,
waarvan ook onze Protestantse Kerk in Nederland een gestalte is, zich
stellen onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord
en de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van de Heilige
Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw
van de gemeente van Christus?

Wat is daarop uw antwoord?

De belijdeniscatechisanten zeggen hun jawoord en ontvangen een tekst als zegenbede.

Opname onder de belijdende leden
“Uit kracht van uw doop en als gevolg van uw persoonlijke belijdenis van
het geloof, verklaren wij u, in de gemeenschap van de Kerk van Christus,
tot belijdende leden van de Protestantse Kerk in Nederland en nodigen u
tot de Tafel des Heeren.”

Bevestiging
“De God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft tot Zijn
eeuwige heerlijkheid, Hij zal u volmaken, bevestigen, sterken en
grondvesten. Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.”

Zingen: we zingen de belijdeniscatechisanten toe Psalm 134 : 3 (zo mogelijk staande)

Dat ‘s HEEREN zegen op u daal’
Zijn gunst uit Sion u bestraal!
Hij schiep ’t heelal, Zijn Naam ter eer
looft, looft dan aller heren HEER!

Geloofsbelijdenis

Zingen: Psalm 17 : 3a/4b
Ik zet mijn treden in Uw spoor,
opdat mijn voet niet uit zou glijden.
Wil mij voor struikelen bevrijden,
en ga mij met Uw heillicht voor.
Wil mij Uw bijstand niet onttrekken;
Uw zorg bewaak’ mij van omhoog.
Bewaar m’ als d’ appel van het oog;
wil mij met Uwe vleug’len dekken.

Dankgebed en voorbede

Zingen: Gezang 105
Een blijde boodschap, vol van leven,
weerklinkt over het wereldrond.
God schenkt, zoals er staat geschreven,
verlossing en een nieuw verbond.
Het is de liefde van de Vader,
die aan verloren kind’ren denkt.
In zijn genade komt Hij nader:
Hij geeft Zichzelf als Godsgeschenk.

Hij zoekt een wereld vol ellende,
die zich van Hem heeft afgewend.
Hij zoekt hen, die Hem niet meer kenden,
vol liefde op; het wordt Advent.
Hij wil ook ons het licht hergeven,
zelfs als ons hart Hem weerstand biedt.
Hij gaf voor ons Zijn heerlijk leven,
toen Hij de hemeltroon verliet.

U Heiland, willen wij begroeten
van nu aan tot in eeuwigheid!
Ons hart wil U zo graag ontmoeten,
het zij voortaan U toegewijd.
Roep ons en laat ons naar U horen,
leidt ons en geef ons volgzaamheid.
Dan loven wij, door U verkoren,
uw liefde, onze zaligheid.

Zegen

Orgelspel